Motmuggen behoren tot de tweevleugeligen. De vleugels zijn vaak voorzien van gekleurde haren en worden bij veel soorten in rust gespreid gehouden. Hierdoor lijken ze op kleine vlinders. Hun lichaam wordt tot vier millimeter lang. Ze worden ook wel aalputmotje genoemd. Hun larven voeden zich met rottende bestanddelen, bacteriën en schimmels van vervuild troebel water of in vochtig organisch materiaal in de natuur. Maar ze gedijen ook goed in de menselijke omgeving, in voedingsresten in de gootsteenafvoer, in dakgoten, rioolafvoerbuizen of in mesthopen. Ze zijn ’s avonds actief. Motmuggen steken niet, maar ze kunnen ons in contact brengen met voor de mens gevaarlijke bacteriën.