‘Muis’ wordt gebruikt voor allerlei kleine zoogdieren, in het bijzonder de huismuis. Knaagdieren met goed ontwikkelde snijtanden, korte ledematen en een lange staart. De muis is een cultuurvolger. Waar mensen zijn, zijn muizen. Ze vermenigvuldigen snel. Muizen zijn alleseters, maar ze eten het liefst vet- en eiwitrijk voedsel, zoals granen, insecten, noten en wormen. Ze maken een rond hol in de grond, dat via een gang verbonden is met de nestkamer. De huismuis is geen belangrijke verspreider van ziektes, maar door hun allesetende gedrag richten ze (gevaarlijke) schade aan en worden vaak als vies beschouwd.